Eerste keer als Statenlid ..
'In ons gezin stonden het geloof en de christelijke waarden centraal. Vanuit dat geloof en die waarden hebben mijn ouders ons meegegeven dat het belangrijk is om je talenten te ontwikkelen en daarmee positieve impact te maken op je omgeving. Mijn ouders gaven dit vorm door pleegkinderen op te vangen. Ik wil die impact onder meer maken door mijn talenten hier in dit huis in te zetten om concrete veranderingen (het liefst verbeteringen) voor onze inwoners na te streven.'
Dat zei het kersverse Statenlid Dick Hoogers tijdens zijn eerste woordvoering in een Statenvergadering.
Lees hieronder zijn complete verhaal:
Geachte voorzitter,
Dit is mijn eerste woordvoering als statenlid in dit huis, in uw vergadering. Een bijzonder en dankbaar moment voor mij.
Mijn maidenspeech mag ik houden bij een bijzonder agendapunt. Al in 2016 kwam de noordelijke rekenkamer met haar initiële rapport omtrent de omgevingsdienst Groningen. De noordelijke rekenkamer kwam toen met zes aanbevelingen. Zij heeft nu een terugblikonderzoek gedaan naar de opvolging van deze aanbevelingen. Vorige week hebben we in de commissie gesproken over dit onderwerp en gingen toen toch vertwijfeld uiteen, vandaar het agenderingsverzoek voorzitter.
Samen met de VVD heeft mijn partij in deze vergadering het rapport van de noordelijke rekenkamer en de bijbehorende voorgestelde beslispunten geagendeerd. Mijn fractie en nog een aantal collega fracties vinden namelijk aanbeveling één niet passend voor het Groningse model, net zoals de conclusie was in 2016. En daarom zal ik u later tijdens mijn woordvoering een amendement overhandigen om deze aanbeveling te schrappen.
Omdat dit mijn maidenspeech is, voorzitter, wil ik u vertellen waarom ik hier achter het katheder sta.
Tijdens het schrijven van deze voordracht dacht ik terug aan de maidenspeech van collega-statenlid mw. Rutgers (CDA). Zij deed een warm pleidooi om vooral waarde toe te voegen voor onze inwoners. Niet door onderling applaus te verwerven, maar door concrete veranderingen te realiseren in de levens van onze Groningers. Daarbij gebruik makend van het debat.
En voorzitter, als provincie hebben we een grote invloed op onze inwoners en dus de kans om concrete veranderingen te bereiken. We kunnen belangrijke randvoorwaarden scheppen (zoals OV, infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling) die de leefbaarheid in de provincie Groningen beïnvloeden. Ook op de boeren en andere ondernemers in onze provincie heeft dit huis grote invloed. In onze plannen (al dan niet in samenwerking met het rijk) moet de komende jaren een bloeiende provincie ontstaan. De weg naar deze bloeiende provincie wordt uitdagend en vereist veel gesprekken. Maar samen moeten we er uit komen. Dat is een opdracht aan ons allen.
En die opdracht die voel ik tot in mijn tenen. Ik zal u vertellen waarom, voorzitter. Ik neem u mee naar mijn roots. Aan moederszijde, de familie Steenbergen, liggen deze op het Groninger platteland, in Pieterburen om precies te zijn op het akkerbouwbedrijf waar mijn opa werkte.
Mijn vader en zijn familie komen van het Sallandse platteland, de omgeving Dalfsen. Van beide kanten liggen mijn roots dus op de boerderij, ik ben de eerste generatie die in de stad is opgegroeid.
En de stad waar mijn leven begon is Zwolle. In ons gezin stonden het geloof en de christelijke waarden centraal. En vanuit dat geloof en die waarden hebben mijn ouders ons allemaal meegegeven dat het belangrijk is om je talenten te ontwikkelen en met die talenten positieve impact te maken op je omgeving. Zelf gaven mijn ouders dit praktisch vorm door pleegkinderen op te vangen in het gezin. Persoonlijk wil ik die impact onder meer maken door mijn talenten hier in dit huis in te zetten om concrete veranderingen (het liefst verbeteringen) voor onze inwoners na te streven.
Vanuit Zwolle ben ik, na een tussenstop in Assen, gaan studeren in Groningen en woon ik inmiddels al langer in de Provincie Groningen dan in de andere provincies waar ik gewoond heb. In tussentijd heb ik mijn eigen gezin gevormd samen met mijn prachtige vrouw. Ons gezin is gezegend met twee heerlijke kinderen en we genieten van het wonen in Zuidhorn. En een echte Groninger, voorzitter, dat voel ik mij steeds meer.
Vanuit huis kreeg ik mee dat ik mijn naaste lief moet hebben als mijzelf. Die taak en opdracht hebben we als partij vertaald in ons verkiezingsprogramma met de titel ‘Ruimte voor elkaar’. Centraal staat daarin dat we met oog voor elkaar elke dag een beetje beter mogen maken door concrete veranderingen na te streven. In het coalitieakkoord staat dat we geen koploper willen zijn als het peloton niet kan volgen, mooi dat het college met oog voor de verschillen toch dingen ‘veur mekoar’ wil krijgen, vanuit de kracht van iedereen.
De reden dat ik hier vandaag sta is dus ten diepste ingegeven om iets te willen doen voor mijn omgeving en daarmee mijn naaste.
En daarom, voorzitter, vind ik dat we hier in de Staten de onderwerpen die hier langs komen steeds weer moeten wegen tegen de impact die de voorstellen hebben op onze inwoners.
Zo ook vandaag als we de aanbevelingen uit het rapport van de noordelijke rekenkamer behandelen.
In aanbeveling één adviseert de noordelijke rekenkamer de directeur van de omgevingsdienst volledig te mandateren. Dit impliceert dat er nu een verandering van de inrichting nodig is. Vorige week in de commissie hebben we hier uitvoerig over gesproken. Helaas bleef er ook nog veel onduidelijk. Daarom heb ik, samen met mijn fractie, onderzoek gedaan naar het bestaande mandaat van de omgevingsdienst Groningen.
Mijn conclusie is dat de huidige inrichting zorgt voor politieke verantwoordelijkheid voor gedeputeerde Staten en ook voor provinciale staten. De huidige inrichting van het mandaat zorgt ervoor dat er democratische legitimatie blijft bestaan voor ingrijpen op impactvolle dossiers van de omgevingsdienst.
Het voorstel van de Noordelijke Rekenkamer zorgt, in mijn ogen, voor een verdere verwijdering van de omgevingsdienst Groningen van dit huis. En voorzitter, uit het verleden blijkt dat dit onverstandig is. Ik denk daarbij aan de dossiers van ESD, North Refinery en Blik recycling.
En daarom voorzitter overhandig ik u hierbij, mede namens de BBB, de PvdA, de VVD, Groninger Belang en de Partij vóór het Noorden, een amendement om aanbeveling één uit de besluit tekst te schrappen.
Voor mij en mijn fractie blijft het buitengewoon belangrijk datu wij als staten zaken kunnen agenderen, meegeven aan de gedeputeerde en ook de gedeputeerde ter verantwoording kunnen roepen wanneer dit nodig is. Want afstand tussen de politiek en de handhaving is uiteraard belangrijk. En principieel kan ik de NRK dan redelijk volgen. Echter, daar zit de grens van politieke verantwoordelijkheid voor mij nog tussen.
Tot zover voorzitter, dank u wel.
