Burgerberaad
Vorige week pleitte Margriet Donker - van der Vinne in het Dagblad van het Noorden en in de Statenzaal tegen de komst van burgerberaden in Groningen. Betrokkenheid van inwoners bij de besluiten van de provincie is heel belangrijk, maar dan wél zo dat elke stem gehoord kan worden.
Als volksvertegenwoordigers moeten we alle Groningers vertegenwoordigen, in tegenstelling tot een groep mensen die door loting is samengesteld.
Woensdag mochten de Statenleden stemmen over de Notitie Participatie. Wij hebben daar een amendement ingediend: 'Laat participatie niet aan het toeval over'.
We hebben een meerderheid gevonden die twijfels heeft bij de komst van een burgerberaad en daarom is ons amendement aangenomen! Dat betekent niet dat er minder ruimte komt voor burgerparticipatie. We hebben ook acht voorstellen om burgerparticipatie te vergroten aangenomen. Maar de grootste opdracht ligt natuurlijk bij ons volksvertegenwoordigers, om alle inwoners te horen en te laten horen!
Hieronder de tekst van het opiniestuk:
Woensdag spreken de Provinciale Staten van Groningen over burgerparticipatie. Eén van de negen voorstellen om burgerparticipatie te verbeteren is om, naast de gekozen volksvertegenwoordiging, te gaan experimenteren met burgerberaden, ‘open-space’-methoden, deep-democracy en andere democratische vormen’. Het doel van het experiment is om meer en andere mensen bij het maken van plannen te betrekken.
Hoewel het streven nobel is, zijn experimenten met burgerberaden een riskant plan. Ze hollen de bestaande lokale democratie uit en vergroten de kloof tussen inwoner en openbaar bestuur. En dat terwijl het vertrouwen in de overheid al zeer laag is.
Een burgerberaad is een groep van meer dan honderd mensen, die via loting worden uitgekozen. Deze groep mensen gaat naar aanleiding van een open vraag in gesprek en komt vervolgens met een advies. Vooraf moeten Provinciale Staten al duidelijk maken wat ze met dit advies zullen gaan doen. Voorstanders verwachten dat burgerberaden tot goede oplossingen en grote participatie leiden. De effecten op participatie zijn echter onzeker en mogelijk werken burgerberaden zelfs averechts. Annemarie Kok, filosoof en docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, betoogde eerder dit jaar in het NRC Handelsblad welke keerzijden burgerberaden hebben. Drie van deze keerzijden vinden wij zwaarwegend in ons oordeel over burgerberaden.
Een groot verschil tussen burgerberaden en de bestaande democratie in Nederland is dat volksvertegenwoordigers nu worden gekozen door alle volwassen burgers. Met hun stem geven kiezers het vertrouwen aan een volksvertegenwoordiger die hun visie kan representeren. De samenstelling van een burgerberaad is niet representatief maar wordt overgelaten aan het toeval. Maar niet elke willekeurige inwoner beschikt over de tijd, energie of talenten om in een burgerberaad duidelijk zijn stem te laten horen. Daardoor zullen sommige bevolkingsgroepen onvoldoende worden gehoord. In de representatieve democratie kunnen deze groepen zich laten vertegenwoordigen door iemand die voor hun belangen opkomt. Daardoor weegt in het stembureau de stem van elke inwoner wel even zwaar.
Gekozen volksvertegenwoordigers hebben de verantwoordelijkheid om alle belangen te wegen en de Grondwettelijke plicht om zonder last te stemmen. Dat betekent dat ze zich niet mogen laten dwingen tot een bepaald standpunt, maar naar eigen overtuiging moeten stemmen. Door vooraf vast te leggen wat met het advies van een willekeurig samengesteld beraad moet worden gedaan, leggen volksvertegenwoordigers zichzelf die last op. Als het advies haaks staat op hun eigen overtuigingen, moet een volksvertegenwoordiger ofwel stemmen mét last, of terugkomen op gewekte verwachtingen. Beide opties schaden het vertrouwen in de politiek.
En tot slot, niet in de minste plaats, verrommelen experimenten met democratie ons openbaar bestuur. Met een uitbreiding van burgerberaden en panels boven op de vele bestuurslagen die ons land al heeft, wordt nog minder duidelijk wie waarover gaat en waarom. Dat maakt besluitvorming minder transparant en demotiveert betrokken inwoners juist om te participeren.
In Groningen hebben we met het Toukomstpanel van het Nationaal Programma Groningen een groots experiment met een burgerberaad achter de rug. Dit panel van gelote Groningers heeft
vanuit 900 ideeën 36 projecten uitgekozen om €100 miljoen aan uit te geven. En hoewel dit panel – met slechts 20 leden – door velen als succesvol wordt bestempeld, bereiken ons ook de verhalen van Groningers die de besluitvorming als zeer ondoorzichtig hebben ervaren. Zij kunnen echter niemand ter verantwoording roepen zoals dat met gekozen politici wel het geval is.
Op het gebied van participatie is nog veel te verbeteren. Als inwoners eerder en meer betrokken worden bij de besluiten die worden genomen, kunnen die besluiten beter en zorgvuldiger worden. Maar dat betekent niet dat we beleidsmakers maar moeten laten experimenteren met het grote goed dat democratie heet. De introductie van burgerberaden is een vergaand voorstel dat het juist lastiger kan maken om beleid te beïnvloeden. Met Provinciale Staten hebben we in Groningen al een burgerberaad. Statenleden die meer burgerparticipatie willen moeten er daarom niet voor kiezen om participatie elders te organiseren, maar moeten zelf meer de verbindende schakel zijn tussen inwoners en de provinciale overheid.