De toekomst van ijsbaan Kardinge
In een stampvolle Statenzaal spraken wij woensdag 22 januari in de commissie over de toekomst van ijsbaan Kardinge. Geen twijfel dat dit onderwerp leeft bij vele mensen in en buiten onze provincie. Hartverwarmend is het dat er zoveel mensen de moeite nemen om naar het provinciehuis te gaan om op te komen voor de kunstijsbaan.
Voor onze Statenfractie staat de waarde van een kunstijsbaan vast en vindt een provinciale bijdrage bespreekbaar maar niet vanzelfsprekend. Wij willen een goed en duidelijk plan en als provincie zelf criteria vaststellen over wat een passende bijdrage is.
Lees hier de hele bijdrage:
Voorzitter,
Dank voor het woord en dank voor alle mensen die vanmiddag hebben ingesproken op dit onderwerp. Daaruit blijkt een grote betrokkenheid bij de Groningse schaatssport. We hoorden over de passie voor de sport, in Stad en ommeland, en we hoorden zorgen over de gevolgen voor de sociale cohesie en leefbaarheid.
We kunnen vanmiddag uitgebreid spreken over wat een nieuwe ijsbaan zou moeten kosten, en of nieuwbouw echt noodzakelijk is of dat verbouwing ook volstaat. We kunnen ook lang spreken over de keuze van het Gronings gemeentebestuur om een provinciale bijdrage als voorwaarde te stellen en of de pinautomaat aan het Martinikerkhof nu wel of niet open is. Ook speculatie over de hoogte van het bedrag dat de gemeente heeft genoemd is genoeg voer voor discussie.
Maar voor de ChristenUniefractie zijn dat niet de vragen waar het vanmiddag over gaat. Vanmiddag willen we beginnen met een eigen afweging van Provinciale Staten wat een kunstijsbaan in onze provincie ons waard is.
En daarom staan voor ons vanmiddag twee vragen centraal:
- Zien Provinciale Staten een bovenlokale waarde van een Groningse kunstijsbaan?
- Zouden Provinciale Staten een provinciale bijdrage voor de instandhouding van deze voorziening ook passend kunnen vinden?
Als de meerderheid van de Statenleden zo’n bijdrage niet gepast vindt, kunnen we namelijk vandaag nog alle mensen die zijn komen inspreken duidelijkheid geven. Dan moeten we ze vertellen dat ze tot de verkiezingen niets hoeven te verwachten van de provincie. En we kunnen ons college en dat van de gemeente Groningen tijd en moeite besparen. Als zo’n bijdrage wel denkbaar is, willen we graag als Provinciale Staten zelf regie hebben over die provinciale rol.
Laat ik beginnen met de eerste vraag. Zien Provinciale Staten een bovenlokale waarde van een Groningse kunstijsbaan? Tja, voorzitter. Hoewel de schaatskoorts bij het ene fractielid hoog oploopt en schaatsen de ander volledig koud laat, kunnen we deze vraag alleen maar bevestigend beantwoorden. De ChristenUnie is overtuigd van de waarde van een kunstijsbaan in onze provincie. We zien waarde voor de leefbaarheid, door de vele verenigingen die in de ijsbaan schaatsen. We zien waarde in de gezondheidseffecten van mensen die van heel jong tot heel oud plezier hebben in bewegen. Maar we willen ook de culturele waarde onderstrepen. Schaatsen is cultureel erfgoed. En omdat de winters met natuurijs steeds schaarser worden, is een kunstijsbaan ook van belang voor het bewaren van de sport. Kortom: schaatsen geeft kleur aan onze provincie, en de kleding van de insprekers bevestigden dat.
De tweede vraag is lastiger, voorzitter. Zouden Provinciale Staten een provinciale bijdrage voor de instandhouding van deze voorziening ook passend kunnen vinden? Voor de ChristenUniefractie is een provinciale bijdrage aan de instandhouding van een kunstijsbaan bespreekbaar, maar geen vanzelfsprekendheid. We zien graag dat we heldere criteria schetsen die duidelijk maken wat wel en niet passend kan zijn. Dat vergroot de kans dat er uiteindelijk een voorstel ligt dat zowel op het Stadhuis als op het Provinciehuis op goedkeuring kan rekenen.
Eén van die criteria is wat ons betreft dat het allemaal begint met een goed plan van de gemeente, waaruit de visie voor het héle Kardingegebied duidelijk blijkt en dat antwoord geeft op de technische uitdagingen. Zo’n plan ligt er al deels en daar worden we te zijner tijd graag over geïnformeerd.
Daarnaast moet voor ons het bovenlokale belang van de kunstijsbaan volledig in kaart zijn gebracht. Waar komen de schaatsers in Kardinge vandaan? En overstijgt dit bovenlokale belang wat we van de gemeente Groningen als centrumgemeente mogen verwachten? Waarop onderscheidt dit sportcomplex zich van andere sportcomplexen in de provincie die voor gemeenten te duur zijn?
Tot slot maken we graag gebruik van de ervaringen in andere provincies. Welke provincies hebben ook een bijdrage aan een kunstijsbaan overwogen? Wat waren die bijdragen en hoe verhouden die zich tot de bovenlokale betekenis van de ijsbaan?
Afrondend, voorzitter. Voor de ChristenUnie staat de waarde van een Groningse kunstijsbaan als een paal boven water. We willen als provincie zelf criteria stellen die duidelijk maken of en wat voor provinciale bijdrage passend is. We hebben voor nu twee vragen aan het college: hanteert het college ook al criteria om een provinciale bijdrage te overwegen? Zo ja wat zijn die? En de tweede vraag: wil het college de gesprekken met de gemeente Groningen voortzetten om te ontdekken of aan dit soort criteria kan worden voldaan?
De gedeputeerde heeft toegezegd met accomodatiebeleid te komen.
